
‘Ik heet Lies!’, de vergeten geschiedenis van de Hollandkinder
Tijdens en na de Eerste Wereldoorlog kwamen ruim 65.000 kinderen met de trein uit Wenen. Zij werden Hollandkinder of ‘Oostenrijkse bleekneusjes’ genoemd. Ze logeerden tussen de twee en zes maanden in gastgezinnen om aan te sterken en tot rust te komen. Sommigen bleven voorgoed.
Eén zo’n blijvertje was Liesl Kaltofen, een weeskind uit Oberleutensdorf, dat onderdak vond bij een katholieke familie in Utrecht.
Haar levensverhaal vormt de rode draad in de chaotische ontwikkeling van Europa in de vorige eeuw, waarin haar geboorteplaats vier keer van nationaliteit veranderde. In Nederland voerden charitatieve zuilen strijd over de hoofden van de Hollandkinder heen om zieltjes te winnen en elkaar te overtreffen in menslievendheid.
Door zichzelf te blijven – tolerant, weetgierig, ondernemend – slaagde Liesl erin om haar immigratie tot een succes te maken. Zij werd Lies. De vier verschillende klanken van de letter a in het woord ‘aantwoordapperoat’ sprak zij beter uit dan menige Utrechter. Tegelijkertijd droeg ze de liefde voor de historie en cultuur van het voormalige Habsburgse Rijk over op haar kinderen en kleinkinderen.
(Uitgeverij Aspekt, 2024)