‘Als we ons bewust zouden zijn van onze sterfelijkheid en we ons gingen gedragen naar dat besef, werd het leven een stuk aangenamer.’ Dat zegt Jeroen Terlingen in een interview over zijn boek Dood doet leven, in het Reformatorisch Dagblad.

Jeroen Terlingen. Foto: Fred Das
Enkele fragmenten uit dit interview:
Waarom wordt het leven aangenamer als we meer bij de dood stilstaan?
‘Doordat ik op relatief jonge leeftijd met kanker werd geconfronteerd, kreeg ik de kans om te ervaren wat het met je doet als je dagelijks de eindigheid van je bestaan voelt.
Het voornaamste is dat daardoor de banden met je naasten hechter worden. Ook krijgt je leven meer betekenis, doordat de aandacht voor wezenlijke zaken toeneemt. Daarnaast groeit je relativeringsvermogen en je behoefte om gezonder te leven.
Alles bij elkaar verhoogt dat je gemoedsrust en daarmee de kwaliteit van je leven.’
Hoe komt het dat mensen niet makkelijk over de dood spreken?
‘Daar zijn drie belangrijke redenen voor.
Als eerste zit bij elk mens een evolutionaire doodsangst ingebakken, die ons doet vechten tegen of vluchten van de dood ten bate van de overleving.
Daarnaast is onze maakbare, materialistische samenleving niet gebaat bij dissonanten die onvermijdelijk tot het leven behoren: dood, aftakeling, handicap en mislukking.
Tot slot spreken artsen niet snel over de dood, omdat de gezondheidszorg zo is ingericht dat niet de mens, maar het systeem centraal staat.’
Wilsverklaringen waarin patiënten vastleggen welke behandelingen ze willen ondergaan, werken niet, stelt u in uw boek. Wat werkt wel om overbehandelingen te voorkomen?
‘Natuurlijk staat het iedereen vrij om vast te leggen welke kwaliteit van leven hij acceptabel vindt en welke financiële en juridische gevolgen aan zijn dood zijn verbonden. Ook het formuleren van wensen ten aanzien van afscheid en herdenking kan een steun in de rug zijn van nabestaanden en hun rouwproces vergemakkelijken.
Wilsverklaringen worden vaak herzien als de laatste levensfase daadwerkelijk is aangebroken. Daarom pleit ik voor goede communicatie over de dood, waarbij nabestaanden kunnen handelen en beslissen in de geest van hun dierbare.
Wat was de kwaliteit van mijn relatie als ze in mijn wilsbeschikking moeten lezen wat mijn lievelingsmuziek was?
Veel beter zou zijn als de patiënt daar tijdig met zijn familie over spreekt.’
Bron: Reformatorisch Dagblad, auteur: Maarten Costerus, 24 mei 2019